Vul hier je e-mailadres in om eenmalig op de hoogte te worden gehouden zodra het artikel weer beschikbaar is.
In veel delen van de wereld zijn monniken grotendeels verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de biercultuur. In veel kloosters en abdijen behoorde brouwen van oudsher tot de dagelijkse taken van de bewoners. Ze brouwden niet alleen om geld te verdienen voor hun liefdadigheidswerk, maar ook om in hun eigen behoefte aan bier te voorzien. Vroeger dronken mensen zelden water vanwege de slechte kwaliteit, dus bier was op elk moment van de dag de eerste keuze.
De monniken van de Belgische abdij van Westmalle besloten in 1836 het brouwambacht op zich te nemen. Ze begonnen de klassiekers van hun land te brouwen en hun Dubbel en Tripel te verkopen aan de mensen in de omgeving. Deze sterke, high-proof bierstijlen waren echter minder geschikt voor hun eigen behoeften, dus moesten de hardwerkende mannen van God met een iets milder, beter verteerbaar alternatief komen. Door de jaren heen ontwikkelde het huisbier van de trappistenmonniken zich van een donker bier, over een blond gerstebier tot het hedendaagse Westmalle Extra.
Uiteindelijk werden de monniken het eens over een blondine met een alcoholpercentage van 4,8% en een verrassend vol aroma. De smaak bestaat uit fruitige, zurige en verfrissende elementen en streelt het gehemelte met tonen van zachte mout, rijp steenfruit, zongerijpte sinaasappel, vers gesneden kruiden en grasachtige hop. Een fijne bitterheid rondt het Belgische biergenot af.
Water, gerstemout , hop, gist