märzen

Voordat elektrische koeling en andere moderne brouwtechnieken bestonden, werd bier op seizoensbasis gebrouwen: omdat mensen afhankelijk waren van natuurlijke koeling door ijs en goed getemperde kelders, kon bier alleen in de koudere helft van het jaar worden gebrouwen. Het laatste bier van de lente werd in maart gebrouwen en de voorraad kwam pas in de herfst. Het laatste bier in de eerste helft van het jaar was meestal een Märzen. Deze bierstijl kenmerkt zich door een hoger alcohol- en hopgehalte – een garantie voor een extra lange houdbaarheid. Door zijn robuustere carrosserie bleef de Märzen fris de zomer in.

Tegenwoordig vindt het brouwen het hele jaar door plaats en is er geen behoefte meer aan bier dat bijzonder lang houdbaar is, maar blijft de smaakvolle Märzen.

Een mooi voorbeeld komt uit de Hirschbräu. Deze geheel eigen versie van de klassieker maakt indruk met zijn honingkleurige body, rijke schuimkraag en een boeket van ovenverse cake, knapperige broodkorst, karamel en gebrande mout. Na dit olfactorisch plezierige begin is de smaak nauwelijks verrassend: vol, fluweelzacht en delicaat gebalanceerd, een samensmelting van geroosterde aroma's, toffee, toast en rode mout streelt het gehemelte. De hop vormt het karakter met grasachtige tonen en een zachte bitterheid.

De Märzen uit de Hirschbräu is een smakelijke herinnering aan oude tijden!